Tagarchief: relay

Wake-On-LAN

Om broadcast verkeer vanaf de SCCM-server over verschillende vlans te routeren moet er op de coreswitch (waar de routering plaatsvindt) een access-list worden ingesteld. Dat doe je met onderstaande extended access-list. Geef de access-list een herkenbare naam en stel dan per SCCM-server een entry in. 

  1. Access-list instellen
    Met de access-list geef je aan dat de SCCM-servers een broadcast mogen versturen
    Op plek van de xx vul je het ip-adres in van je eigen SCCM-server
ip access-list extended "<naam acl>"
     10 permit ip xx.xx.xx.xx 0.0.0.0 0.0.0.0 255.255.255.255


ip directed-broadcast access-group "<naam acl>"



Mocht er bij de klant gebruik worden gemaakt van 802.1x dan moet er op de switchpoort ook nog worden ingesteld dat WOL-verkeer op 802.1x poorten doorgelaten wordt. Dit staat standaard dicht.
Maar met onderstaand commando stel je in dat dit wel wordt doorgelaten

aaa port-access <port-list> controlled-direction in

Als laatste moet je ook nog op de firewall instellen dat broadcast verkeer doorgelaten wordt. Op een CheckPoint firewall wordt dit standaard tegengehouden. Maar via de Gaia interface of via clish kun je wel doorlaten. Je kunt dit voor

3. IP broadcast helper op firewall instellen 3

Via de Gaia WebGui kun je dit instellen door de interface te kiezen waar je klanten vlans achterzitten. Bij UDP Port kies je voor 9 en als relay het ip-adres van de vlan interface